(Update 28 januari 2019. Onderstaand verhaal is nog niet compleet en wordt telkens aangevuld met nieuwe ontwikkelingen)
Mijn naam is Klaas Veldhuis, geboren 20 december 1946. Mijn opa en oma werden mijn vader en moeder, mijn oom en tantes werden mijn broer en zussen. En mijn echte moeder werd mijn zus…
Klaas (Kappie) Veldhuis was de ‘Polander’ in zijn geboortedorp Sellingerbeetse. “Al die kinderen uit de buurt en uit m’n klas wisten het dus wel. Op een reünie in 2008 vertelde m’n klasgenootje dat zij vreselijk was afgerost thuis omdat ze me had nageroepen. ‘Die jongen heeft het al zo moeilijk’, was het verwijt van haar moeder. Maar zij wist helemaal niet wat het betekende. Ik begreep zelf ook niet waarom . Ik wist wel dat er iets was. Mijn moeder, m’n zus Gré, kwam ook wel gewoon bij ons thuis. Maar het leven ging gewoon door.
Werkvergunning
Dat ik het echt begreep kwam pas toen ik mijn werkvergunning ging aanvragen augustus 1961. Ik was nog veertien jaar en net van de Technische School. Zo’n geel briefje, formaat ansichtkaart. Een ontnuchterend papiertje: Moeder Geertje Veldhuis, Vader onbekend. Dat is mijn zus, dat snapte ik wel. En je wist ook ergens wel dat er wat was. Maar ik had het goed bij m’n vader en moeder, m’n opa en oma. Die mensen deden alles voor mij. Ik was echt een ondeugende jongen, ze hebben heel wat te stellen met mij gehad, dat is gewoon zo. Maar op het moment dat je dan zo’n briefje onder ogen krijgt was het wel even hard vloeken.
Die 10 km die ik naar huis trapte van het gemeentehuis in Sellingen naar Zandberg waar we inmiddels woonden, heb ik ook wel stevig gejankt. En thuis gingen de dakpannen eraf, dat kan ik je wel vertellen. Waarom is mij dat nooit verteld!! Er werd wat lacherig over gedaan en ik moest me stil houden en zo. Toevallig was m’n andere zus (m’n tante) Roelie er ook. Die was met m’n biologische moeder altijd mee geweest naar de dansavonden. Maar zij nam me even apart, heeft gezegd dat ik rustig moest doen en ze heeft me het één en ander kort uitgelegd en een beetje verteld hoe het zat. En dat was het. De volgende dag ging het leven gewoon verder. Er werd niet meer over gesproken. Klaar punt uit. En dat gold ook wel voor mezelf. Ik ging werken. Het leven begon, m’n puberteit begon, ik was druk met andere dingen. Met meisjes en dingen doen die niet mochten, met het leven vieren. Zo ging het gewoon in die tijd.”
Dansavonden in Ter Apel
December ’46 ben ik geboren en op 11 april is Ter Apel al bevrijd. En vandaar uit zijn de troepen naar het noorden getrokken. Mijn moeder was toen twintig en de oudste van de zeven kinderen. Zes meisjes en één jongen. Met haar zusje Roelie, die onder haar komt en een paar jaar met haar scheelt, ging ze wel naar de dansavonden in Ter Apel. Daar was een detachement Poolse soldaten gestationeerd. Dat heb ik van oud-strijders begrepen. Die vertelden ook dat het geregeld voorkwam dat ’s middags om vier uur een aantal mannen werden opgeroepen om zich klaar te maken voor vertrek omdat ze op transport moesten. Waarschijnlijk is dat in dit geval ook gebeurd. En was er geen tijd om afscheid te nemen. Dat zou haar verhaal kunnen bevestigen dat hij ineens plotseling weg was. En dus niet geweten heeft van de zwangerschap. Een vriendin vertelde dat die met meer meisjes in de nacht zijn wezen zoeken in dat kampement waar de Polen hadden gezeten, maar toen waren de soldaten al weg. Mijn moeder beweert dat ze er niet bij was.
Bevrijdingsfeesten
Mijn zus/tante, haar zus Roelie had daar ook een vriend, Jan Brudny. Ik heb hem gevonden, toen ik alle bevrijdingsfeesten af ben gegaan. Van Normandie tot Emmen. Daar woont hij. Zonder te weten dat hij het was, had ik al foto’s gemaakt van Brudny en zijn vrouw. Uiteindelijk vond ik hem via de bijeenkomst in het Van der Valk hotel waar ook de Andry Maczek- zoon van Generaal Stanislaw Maczek, aanwezig was. Waar ik voor kom, vroeg de portier. ‘He is looking for his daddy’, kondigde hij me even later aan toen ik tussen die bobo’s terecht kwam.
“Ome” Geert
Brudny is teruggekeerd naar Nederland om te trouwen met een ander meisje dat hij ontmoet heeft op die dansavonden in Ter Apel. Nee, hij herkende de foto van m’n moeder en haar zuster niet. Maar moet bijna wel de toenmalige vriend van Roelie zijn, dat kan haast niet anders. Want ook ome Geert, de broer van m’n oma die als ‘beschermengel’ mee ging naar de dansfeesten, noemde klakkeloos zijn naam. Geert scheelt een jaar met m’n moeder en was de playboy van de familie. Mooi figuur. Tja, van die bescherming kwam niet veel denk ik. Misschien wel op de dansvloer, maar niet als ze even alleen waren. ‘Dan stond je daar als jongen langs de kant met een druipende neus, ze gingen alleen met de soldaten dansen’, zegt hij.
Alle Polen die teruggekeerd zijn naar Nederland staan geregistreerd op een website, met alles erbij. Wat ze in de oorlog gedaan hebben, waar ze geweest zijn. Brudny staat erbij. Maar niet Alois Sminka. Dat is de naam die mijn biologische moeder mij in de eerste gesprekken met haar heeft verteld. En dat hij parachutist was en dienst deed als bewaker in de Emslanden. Dat was ook alles wat ze mij kon vertellen. Die naam vind je nergens terug.
Emslandkampen
Brudny vertelde dat hij in een soort bezemploeg zat die achter de bevrijders aan kwam. Zodoende is een hele ploeg van de Poolse soldaten hier in de buurt gebleven om de bekende kampen die langs de Duitse grens te bewaken, te verzorgen. De Emslandkampen die al vanaf ’33 langs de grens werden gebouwd. Neusustrum lag vlak over de grens met bij Ter Apel. Vlak daarachter had je Oberlangen, dat zat vol met vrouwelijke Poolse soldaten die na de opstand van Warschau krijgsgevangen werden genomen. Dat was in de middle of nowhere, niemand wist ervan. Lokale boeren hebben de Poolse soldaten erop gewezen dat zij daar gevangen gehouden werden.
De concentratiekampen stonden midden in het moeras. De gevangenen werden ingezet om de boel daar te ontginnen. Wegen aanleggen en dergelijke. Eerst zaten er politieke gevangen, later krijgsgevangen. Na de bevrijding moest eerst geregeld worden dat die mensen naar huis konden. De bevoorrading en zo moest gewoon wel doorgaan om de mensen die er nog zaten eten te geven. Later zijn die kampen ook nog gebruikt om NSB-ers en verraders op te sluiten. Pas twee jaar na de bevrijding zijn die regimenten die voor die kampen zorgden ontbonden. Er zijn wel soldaten eerder vertrokken, maar de militaire activiteiten eindigden in ’47.”
Nickname
“Na de inval van Duitsland en Rusland september 1939 in Polen, werden vele mannen als krijgsgevangenen afgevoerd naar wat nu de Oekraine is. Brudny wist de kampen te ontvluchten en kwam in Frankrijk terecht, dichtbij Spanje. Daarvandaan is hij naar Engeland gegaan. ‘Voor ik voet aan wal zette, was ik al parachutist’, vertelde hij. Hij had nog nooit gevlogen. Op de boot kon je je aanmelden en ter plekke werd je geregistreerd. Als er geen foto was, kwam er een vingerafdruk. En wat je opgaf als naam, dat werd opgeschreven. Veel Polen die in Duitse dienst waren geweest en gevlucht waren kozen voor een nickname, om hun familie niet in gevaar te brengen als ze weer gevangen genomen werden door de Duitsers. Misschien was dat ook wel geadviseerd door de Engelse instanties. Want mochten ze sneuvelen of in krijgsgevangenschap terechtkomen, en hun werkelijke identiteit werd bekend, dan kon hun familie represailles verwachten. Veel Polen waren gevlucht omdat ze niet in de fabrieken in Duitsland wilden werken. Wij vermoeden dat dat ook geldt voor mijn vader. Sminka betekent iets van lippenstift. Misschien had hij parfum in z’n hand, toen hij z’n naam op gaf. Een bestaande naam kon natuurlijk ook niet, want dat zou een risico kunnen betekenen voor andere families.”
Meer Bevrijdingskinderen?
“Kort na mijn geboorte moest mijn biologische moeder de ouderlijke woning verlaten. Zo snel mogelijk. Er waren wel meer meisjes die naar de dansavonden gingen. In ons dorp woonden misschien twintig gezinnen. Misschien was het de schande dat zij de enige was die zwanger was? Als er andere bevrijdingskinderen geweest waren, had ik dat op school ook wel gehoord. Wat waarheid is weet ik niet. De Poolse soldaat zou hebben gezegd dat hij weer terug zou komen en haar meenemen. Maar dat wilde m’n vader (Opa) niet hebben want daar in Polen was het slecht, vond hij. Andere verhaal dat gaat, was dat er wel twee buurjongens waren die met haar wilden trouwen ondanks dat ze in verwachting was. Maar blijkbaar wilde ze hen niet. En één daarvan mocht ook niet want dat vond m’n vader (Opa) een beetje louche figuur. Als ze daar mee ging zou hij haar de beide benen kapot slaan. Toevallig heb ik één van die twee onlangs bezocht. M’n oom Geert wees me op hem. Hij zat in een verzorgingshuis. Natuurlijk mocht ik langskomen voor een gesprek met hem zeiden ze aan de telefoon. Maar toen ik aankwam was de deur op slot. Een gesloten afdeling. Ik heb bij hem gezeten, maar die kon mij dus niks meer vertellen.”
Bruidsjonker bij mijn “Tante” Geertje
“M’n moeder is terechtgekomen in Hoorn en heeft daar in een verzorgingshuis gewerkt . Daarna is ze naar Texel gegaan en heeft daar haar man ontmoet. In 1954 zijn ze getrouwd. Ik kan me er niets van herinneren, maar ik sta op de foto als de bruidsjonker en draag de sleep van haar trouwjurk.
Tussen haar en haar ouders is het wel weer goed gekomen. Het enige dat ik me van een cadeau kan herinneren is een jongensboek “De Hardy’s “ die ik nog steeds bezit en dat ik een horloge kreeg toen ik zestien werd. Als zus Gré zag ik haar regelmatig en ging bij haar wel uit logeren. Met een kameraad ben ik nog een keer helemaal vanuit Zandberg via Friesland naar Texel gefietst. Een jaar of vijftien zal ik toen geweest zijn.
Modern in de tijd
Zij en haar man, zij waren modern in onze ogen. Ze aten met mes en vork. En ze moesten voor het eten ook een extra bord. Wij aten alles uit het zelfde diepe bord: soep, aardappels en daarna de pudding of vla. (soep’n brij) Closetpapier namen ze mee voor zichzelf mee als ze bij ons op de boerderij kwamen. Dat was de eerste keer dat ik toiletpapier zag. Bij ons lagen er gescheurde repen kranten papier naast de poepdoos. Dat zijn allemaal van die kleine dingetjes die ik me kan herinneren. En ze hadden een fototoestel. Er zijn ook ontzettend veel foto’s van mij gemaakt. Samen met mijn moeder op de foto zonder dat ik er erg in had hoe het zat!
Met m’n zus/biologische moeder op de foto in matrozenpak. Met een taart op de foto. Ik dacht dat het m’n verjaardag was. Maar je kunt zien dat het zomer was en ik was in december geboren. Er is ook zo’n zelfde foto waar ook mijn 3 jaar oudere zus/tante Ginie bij op staat. Zij vertelde kortgeleden dat het een taart is die m’n biologische moeder mee nam. Als ze bij ons kwam ging ze altijd langs Bakkerij Bos in Ter Apel, een hele speciale bakker, en dan moest ik met de taart op de foto. Aan het plaatje te zien zou je zeggen, dat we altijd taart hadden op de verjaardag. Maar dat was helemaal niet zo. Zonder hen hadden we nog nooit taart gezien in die tijd.”
Een (o)pa van bijna 100 jaar
Enkele jaren terug ben ik er serieus beginnen te zoeken. Jaren terug had m’n dochter er wel eens over toen ze zo’n vijftien, zestien jaar was. Begin jij er maar mee, zei ik dan. Als je hem vindt en hij is rijk, dan halen we hem binnen. Zo ging dat dan. Ach, er werd niet over gesproken. Je had je gezin, je werk en genoeg te doen. Als je wat ouder wordt, ga je veel meer over alles nadenken. En er wordt je wel eens wat gevraagd. Ook door Jacqueline, mijn huidige vrouw. Dan begin je er wel eens wat over te vertellen, en de computer doet zijn intrede.
Maar mijn vader (Opa) leefde toen nog. En ik had altijd gezegd: Zo lang mijn “ouders” leven, ga ik niet zoeken. Ze hebben altijd goed voor mij gezorgd en dat wil ik ze niet aandoen. In maart 2000 is mijn vader (Opa) overleden, op veertien dagen na is m’n vader (Opa) honderd jaar geworden. En daarna ben ik begonnen met de zoektocht naar mijn Poolse vader.”
Ik wil een gesprek
Had inmiddels al veel boeken over de oorlog gelezen en vooral die met Poolse militairen hadden te maken. Maar ja, die eindigen allemaal bij de bevrijding. Wat de Poolse soldaten daarna tot 1947 hebben gedaan lees je niks. Toen heb ik m’n biologische moeder gebeld. ‘Ik wil een gesprek met je over mijn verleden. Als het kan binnen een uur.’ Voor m’n werk was ik in de buurt, mijn biologische moeder woont in Wieringerwaard. Ik ging ook wel vaker naar hun toe en belde wel eens, maar hier hadden we het nog nooit over gehad. Beter was het als ik een andere keer kwam, want haar man zou zo thuis komen. Een paar dagen later kon ik terecht.
Maar het enigste dat ik van haar kreeg was zijn naam, of liever gezegd een naam. Alois Sminka, dat had ze gelezen in zijn militaire boekje. Ik heb het opgeschreven in m’n agenda en heb het nu nog. Toen ben ik verder gaan praten met haar zussen, en zo is het een klein beetje wat gaan rollen. Oude vriendinnen van haar bezocht. Het Rode Kruis, Opsporing TV,APC Polish Enquiries benadert.
Brieven schrijven, website`s bezoeken
Je mailde of schreef weer eens ergens naar toe en dan duurde het weer twee tot drie maanden voor dat je bericht had. Brieven aan het Rode Kruis in Polen en Holland. Brieven aan het ministerie van defensie in Engeland, want alle Polen dienden onder het Britse regiment. tientallen website’s heb ik bekeken. Maar elke keer kreeg ik nul op het rekest. Want ik had alleen maar een naam. En eigenlijk is het nog steeds zo. We zijn nog niet veel verder.
Vereniging Bevrijdingskinderen
Ik was inmiddels lid geworden van de vereniging “Bevrijdingskinderen”. In april 2011 was er weer een bijeenkomst, in de week daarvoor werd ik benaderd door Marijke Brouwer van het DVHN voor een interview. Het verhaal dat in de krant was verschenen had ik opgestuurd naar de vereniging Bevrijdingskinderen zodat ze dit konden ophangen tijdens de meeting. Hier was ook Van Osch Film Produkties aanwezig. Die wilden een documentaire maken over Bevrijdingskinderen. Hier voor hebben ze mij ook benaderd. Vanaf dat moment zijn er diverse opnames geweest met mijn biologische moeder, haar zus Roelie en Oom Geert. Het resultaat wil dat er 6 mei 2012 een tv uitzending is geweest bij oproep Max. Uitgezonden op Nederland 2 om 18.50 uur. Bijzonder om voor de tv te zitten en je eigen verhaal te horen en zien.
De opnames bij mijn biologische moeder verliepen niet naar wens, steeds maar weer negatieve antwoorden. Standaard kwam veelal de reactie “Dat weet ik niet meer hoor, dat kan ik mij niet meer herinneren”.
Trees krijgt een Canadees
Ook is er in september 2012 een boek verschijnen over bevrijdingskinderen geschreven door Bonnie Okkema. Het boek draagt de titel “Trees krijgt een Canadees”.
Verhalen over Bevrijdingskinderen voorkomend uit verschillende nationaliteiten, zoals Canadezen, Amerikanen en dus ook Polen.
Vooral na de tv-opnames heb ik me afgevraagd of zij er wel eens over nagedacht had hoe het verder met haar kind is gegaan. Ze zou overigens wel pogingen gedaan hebben om mij mee te nemen. “Dat gebeurt niet. Dan hoef je hier nooit meer terug te komen”, zou mijn vader (Opa) gezegd hebben. Maar als je het dan zo’n slechte man vond, zou je dan je eigen kind daar achter laten?
Haar twee dochters weten nu wel van de hoed en de rand. Ze wisten wel wat, want de man van m’n biologische moeder schijnt haar wel geplaagd te hebben met Alois Sminka, of die Pool. Dat zou ze op een gegeven moment zo zat geweest zijn, dat ze hij moest stoppen want anders zou ze vertrekken met de kinderen. Of het plagerijtjes waren van hem of dreigementen, ik had het niet achter hem gezocht. Heb het altijd een fijne man gevonden.”
Was ik maar eerder begonnen
Ja, nu heb ik wel het gevoel: was ik maar eerder begonnen. Achteraf gezien had ik dat 25 jaar geleden al moeten doen. Ik had het wel aan mijn vader (Opa) en moeder (Oma) moeten vragen. Dat schiet me wel nu wel eens door m’n hoofd heen. Maar je moet ook niet vergeten dat pas de laatste tien jaar de mogelijkheden om te zoeken zoveel groter zijn geworden door het internet.
Maar misschien hadden we dan wel wat meer geweten, iets meer verhaal om te kunnen reconstrueren. Bij m’n biologische moeder heb ik het sindsdien ook wel tig keer geprobeerd. Het belang van de zoektocht naar mijn vader werd voor mij nog groter toen in 2009 de auto-immuunziekte Sarcoïdose bij mijn jongste zoon, ook Klaas genaamd, werd geconstateerd. Die ziekte leidde rechtstreeks naar hartfalen. Twee aandoeningen in een maand tijd. De arts vroeg of deze ziekte (sarcoïdose) vaker voorkwam in de familie. Daar konden we maar voor de helft antwoord op geven.
Verhaal van mijn zoon
“Toendertijd wilde ik het weten omdat ze in ieder ziekenhuis bij ieder onderzoek vroegen hoe het in de familie zat. Nu speelt dat minder. Maar ik wil mijn eigen kinderen (zoon en dochter) kunnen vertellen hoe het in elkaar steekt. Doorvertellen en vastleggen voor de volgende generatie. Dat is nu mijn drijfveer. Ik heb haar (Geertje) dat ook verteld. Misschien is het voor haar anders als ik als kleinzoon de vragen stel. Althans dat ben ik nu. Vroeger kwamen we er ook wel eens. Bij tante Gré en ome Wannie. Echt een feest om daar te zijn bij de familie die zo ver weg woonde in Wieringerwaard. Samen bijvoorbeeld naar de Vlootdagen in Den Helder.
Was je verliefd?
Toen hadden we nooit geweten dat het zo zat. Haar dochter heeft ons helpen zoeken naar een rood kistje met foto’s dat op zolder zou liggen. Wij helemaal blij. M’n vader en z’n halfzusje dus op zolder en ik alleen met Gré in de kamer. Heel directe vragen heb ik geprobeerd. Was je verliefd? Want dan kun je daarna vragen hoe lang het geduurd heeft. Maar zij zegt meteen al dat ze het niet meer weet. Dat het al zo lang geleden is. En of ik nog koffie wil. Ja, dan vallen ook al die vervolg vragen die je wilt stellen weer weg. Loop der jaren tactiekjes ontwikkelde om de vragen te omzeilen. Voor de gegevens van m’n moeder kan ik heel ver in de familie terugzoeken. Bij m’n vader stopt het meteen. Terwijl anderen die een stamboom willen maken met een middagje op internet klaar zijn.”
Hou je van mij?
“Momenteel ligt ook de zoektocht een beetje stil. Na de filmopnames is de klad een beetje erin gekomen. Het was een deceptie voor ons dat we geen antwoorden kregen. Heel snel, zonder er over na te denken, praatte ze erover heen met ‘ik weet het niet meer’. Ik kan niet in haar hersens kijken, maar als je een vrouw vraagt over de eerste keer dat ze in verwachting is, kan ik me niet voorstellen dat je dan niet meer weet. Ik kan me ook niet indenken dat ze dat ook zegt op vragen als: Was je verdrietig dat je me af moest staan? Hield je van mij? Dat doet wel pijn.
Voor mezelf heb ik gezegd dat ik er nu wel klaar mee ben. Klaar met haar ook. Niet dat ik hierdoor van de kaart raak. Dat wil ik niet zeggen. En ik had niet zozeer verwacht dat er iets concreets kwam, maar ik had andere antwoorden verwacht. Dit viel tegen. Als er ergens antwoorden te vinden zijn, is het bij haar. Maar het was alsof ze niet over na wilde denken.
Kijk, het is begonnen als een zoektocht waarmee je iets wilt bereiken. Bereik je niets het gewenste, dan is het zoeken ook nog wel leuk geweest ook. Ik ontdek allemaal hele wetenswaardige dingen. Soms is het een tijdverdrijf, maar je komt nog eens ergens en hoort nog eens wat.
Sminka of Swinka?
Wel heeft alles wat opgeleverd. Een inwoonster van het dorp die van Poolse afkomst is, Dorota Brzyska heeft mij veel geholpen, en nog steeds doet, met vertalingen van brieven in het Pools. Deze dame ging zelf ook voor mij zoeken. Vooral de naam was een probleem. Was het wel de goede naam. Na een verhaal van een deelgenoot die in haar zoektocht tot de conclusie kwam dat er in haar naam gegevens een letter verkeerd stond. Toen zijn wij ook gaan hutselen. Niet de naam Sminka, maar Swinka met een W kwam veel voor in Polen. Ook van het APC Polish Enquirieskregen we te horen dat de naam Alois Swinka wel was geregistreerd, maar dat ze er verder geen informatie over mochten geven. Ik moest weer contact opnemen met het Rode Kruis Nederland, en die weer met het Rode Kruis in Engeland.
Poolse websites
Dorota ging verder op Poolse websites zoeken. Zij begreep vanzelfsprekend de taal, wat voor ons toch een barrière was. Uiteindelijk bracht het ons naar de naam Tadeusz Swinka. Daarna zijn we volop bezig geweest met diverse instanties in Polen om resultaat te boeken. Er zijn diverse brieven gestuurd naar Poolse instanties. Het was vaak lang wachten op antwoorden, maar die waren veelal niet bevredigend. Maar we blijven zoeken.
Hulp zoeken om hulp te vinden
We hebben heel veel gezocht. Ook expliciet naar hulp om te helpen met zoeken. We hebben bijvoorbeeld RTV Noord en RTV Drenthe (regionale tv zenders uit het noorden des land) benaderd voor eventuele hulp/uitzending maar blijkbaar hadden die geen interesse. Op een geven moment denk je alles wel te hebben gedaan.
Tijdlijn met speurwerk
Zoveel gezocht en bezocht dat je er min of meer wel even klaar mee bent. Toch hebben we nog het een en ander gedaan. Hierna gaat het verhaal verder in een soort van tijdlijn. Waar zijn we geweest en wat heeft het opgeleverd.
Documentaire Bevrijdingskinderen
Zondag 29 april 2012 was de première van de documentaire “Bevrijdingskinderen”. Samen met mijn vrouw Jacqueline, mijn kinderen en hun metgezellen naar Best, museum Bevrijdende Vleugels. Het was een bijzondere happening. Het was een ontroerende en emotioneel moment om de documentaire te zien. Veel gesproken met lotgenoten én met de personen die ook in de film zitten. Joke Oldenburg bijvoorbeeld, die ook in de film voorkomt, blijkt al jaren vakantie te vieren bij een familie Zwiep, in het dorp Elim (Drenthe) waar ik al vanaf 1965 woon.
Bekijk hier de documentaire Bevrijdingskinderen
Woensdag 2 mei 2012,
Radio interview gehad bij de EO in “ Dit is de dag”.
Zondag 6 mei 2012,
De uitzending bij omroep Max, Nederland 2, aanvang 19.00 uur. Veel reacties op gehad. Inwoners van Elim spraken mij aan, en vonden het maar gek dat ze Roelie Slot (tot haar overlijden inwoner van Elim geweest) weerzagen. Een maand na de opnames is zij overleden op 1 september 2011.
Inmiddels ook enkele antwoorden uit Polen ontvangen van diverse instantie. Het antwoordt is steeds negatief.
Juli 2012,
Een telefoontje van het Rode Kruis Nederland. Ze hadden bericht gekregen van het APC Polish Enquiries uit Engeland dat Alojzy Swinka in 1944 in Britse dienst was getreden en in 1946 uit dienst was gegaan en naar Polen terug gekeerd. Meer informatie mochten ze niet geven. En mijn Poolse vriendin Dorota Brzyska gaat door met zoeken via Archium Akt Nowych in Warszwa Polen.
Augustus 2012,
Ondertussen ben ik benaderd door Alie Noorlag, schrijfster van het boek “Een leven lang gezwegen” Alie die ook connecties heeft met het museum Gedenkstätte Esterwegen, een museum over de Emslandkampen, vroeg mij of zij iets voor mij zou kunnen betekenen. Hebben samen al een bezoek gebracht aan het museum.
Dan is er bericht uit Polen van het Archium Akt Nowych. Men heeft documenten gevonden en deze naar Dorota gestuurd. Hierin wordt vermeld dat Swinka Alojzy Jozef is geboren op 24 mei 1926 in Sypniewo, Sępólno. In 11 februari 1944 in Britse dienst getreden. Het document is opgemaakt 26 april 1946. Ook een foto als soldaat op het document met een nummer. Deze documenten worden doorgestuurd naar het Rode Kruis in Nederland en Polen. Ook naar het APC Polish Enquirie. Zou er dan toch een goed einde komen. We gaan verder met zoeken.
September 2012,
Er wordt gebeld door het Rode Kruis uit Den Haag dat ze bericht hadden ontvangen van het Rode Kruis uit Polen dat Alojzy Swinka op 24 juli 1997 in Polen was overleden. Meer was er niet te vermelden. Ze zouden verder gaan zoeken naar nabestaanden.
Maar ook Dorota had nog steeds contact met het Poolse Rode Kruis en zij ontving een mail met het bericht dat Alojzy Swinka was gestorven. Dus nu verder zoeken naar de nabestaanden.
Mailbericht:
Dnia 27-09-2012 o godz. 11:51 Monika Stickel,
Szanowna Pani
W nawiązaniu do prowadzonej korespondencji dotyczącej poszukiwania: SWINKA Alojzy, ur. 24-05-1926r., Sypniewo, syn Józefa,uprzejmie informuję, że wyżej wymieniony zmarłdnia 24-07-1997r. na terenie Polski. Powyższa wiadomośćzostała przekazana synowi wyżej wymienionego za pośrednictwem Holenderskiego Czerwonego Krzyża.
Z poważaniem,
Monika Stickel
Vertaling mailbericht:
Geachte Mevrouw.
Onder verwijzing naar de correspondentie uitgeoefend op zoek naar: Swinka Aloysius, geb. 24-05-1926., Sypniewo, zoon van Jozef, wil u op de hoogte dat de voornoemde is overleden op 24-07-1997. in Pools grondgebied. Dit bericht is aan de zoon van de bovengenoemde via het Nederlandse Rode Kruis overgebracht.
Oprecht,
Monika Stickel
28 september 2012.
2 oktober 2012
Alie Noorlag had mij uitgenodigd om een interview te geven voor het Dagblad Van Het Noorden, dit vond plaats in het Boschhuis in Ter Apel. Ook gaat Alie met mijn verhaal mensen benaderen in Polen.
8 oktober 2012,
Het Rode Kuis uit den Haag heeft mij bericht dat zij en het Rode kruis uit Polen verder niets voor mij kunnen doen. Dus nu weer zelf zoeken. Heb nu contact op genomen met het ISS afdeling Nederland. Het maakt deel uit van Stichting Ambulante Fiom, gevestigd in ’s-Hertogenbosch. De Fiom is landelijk verdeeld en ik heb een afspraak op vrijdag 19 oktober in Zwolle.
13 oktober 2012,
Samen met mijn zoon Klaas naar Breda op uitnodiging van het Maczek Museum. Hier komt de tentoonstelling van de foto’s van de bevrijdingskinderen te staan. Het weerzien van “lotgenoten” zoals o.a Joke Oldenburger, Lia van der Plas en Ton Kosters was leuk. Na de onthulling werd er een bezoek gebracht aan het museum. Daarna was er nog de vertoning van de documentaire van bevrijdingskinderen.
Na afloop kwam ik in gesprek met een “ Consulate of the Republic of Poland “ mevr Yvonne M.T.W. Maréchal, deze mevrouw beloofde mij alles te zullen ondernemen om meer te weten te komen over Alojzy Swinka en of nabestaanden.
23 Oktober 2012,
s’ Hertogenbosch, presentatie van het boek met de titel “Trees krijgt een Canadees “ geschreven door Bonnie Okkema. Een boek vol met verhalen van bevrijdingskinderen, over hun leven over de zoektocht naar hun biologische vader wel of niet gevonden. Verhalen over hoe o.a. de Canadezen, Amerikanen, Engelsen, Polen, Fransen, bevrijders van ons land zijn ontvangen. Verhalen in tranen. Omgaan met deze bevrijders. Een boek die je moet lezen om te begrijpen wat een bevrijdingskind is.
12 november 2012,
Dzień Dobre!
Ja, ik zal nu de Poolse taal moeten leren. Tijdens de onthulling van de fototentoonstelling in Breda werd ik benaderd door Yvonne Maréchal, honorair consul van Polen. Ze had de documentaire bekeken en vond mijn verhaal zo interessant en verdrietig, dat ze besloot me te helpen. Ze heeft ook tegen mij gezegd, de onderste steen boven te halen, om mijn vader te vinden. Dat was 4 weken geleden. Afgelopen dinsdag werd ik door Yvonne telefonisch uitgenodigd voor een etentje bij haar thuis in Heusden, want ze had positief nieuws voor mij.
Samen met mijn zoon en de dames, gistermiddag naar Heusden. Het volgende werd mij daar verteld. Haar zoektocht naar mijn vader had geleid naar de burgemeester van zijn geboorteplaats, wat wil het toeval, de schoonmoeder van deze burgemeester heeft as meisjesnaam Swinka. Dus deze man van helemaal in zijn sas om te gaan zoeken. Het blijkt dus dat Alojzy Swinka (mijn biologische vader) zijn naam heeft veranderd in 1947 naar Alojzy Staniewski, dit om problemen te ontlopen in Polen. Hij is in 1948 getrouwd en heeft uit dit huwelijk een dochter Krystyna (1950) en een zoon Bernard (1954) gekregen.
Heb gisteren al telefonisch contact gehad met Bernard. Dit verliep een beetje moeilijk i.v.m. de taal maar het was heel bijzonder. Heb al twee brieven gekregen, die waren geschreven door Bernhard en door de dochter van Krystyna waarin kort de levensgeschiedenis van Alojzy wordt beschreven. Ook waren er enkele foto’s bij. We gaan nu onderzoeken hoe we een DNA onderzoek kunnen krijgen om 100% zekerheid te krijgen. De familie in Polen gaat hiermee ook akkoord, begreep ik van Yvonne.
Het was echt een heel fijne dag. We zijn erg leuk ontvangen door Yvonne en haar man Kris, we hebben genoten van een heerlijke Poolse maaltijd, getoast met wodka en kennisgemaakt met Poolse muziek.
20 november 2012,
De laatste ontwikkeling omtrent de zoektocht. Het DNA onderzoek is aangevraagd en zal z.s.m ook naar Polen worden verzonden. Ondertussen is er veel contact met de familie Staniewski in Złotów, Polen. Zowel via email als skype en er heerst eigenlijk alleen maar vreugde. Het voelt goed allemaal en onderling zijn ook al diverse familiefoto`s uitgewisseld.
Het wachten is dus nu op het realiseren van de DNA testen en wie weet wat er daarna allemaal gaat gebeuren! De spanning stijgt… Hierbij willen wij iedereen alvast hartelijk danken voor de vele enthousiaste en opbeurende reacties die wij allemaal ontvangen hebben. Ook namens Jacqueline en mijn kinderen. Vriendelijk bedankt, Klaas Veldhuis.
Dinsdag 4 december 2012,
Vandaag, dinsdag 4 december 2012, zijn we naar het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis in Nijmegen geweest. Nadat vanmiddag vanuit Polen het pakket met DNA was aangekomen, zijn we gelijk naar Nijmegen toe gereden. Daar aangekomen werden we opgewacht door een arts die ons uitleg gaf over de gehele procedure. Het materiaal van de halfbroer uit Polen werd gecheckt en goed bevonden, waarna er DNA werd afgenomen van mij, Klaas sr. Het onderzoek gaat in diverse etappes en zal daarom ook nog enkele dagen in beslag gaan nemen.
Na een zoektocht van meer dan 12 jaar, lijkt dit de allerlaatste stap om het verleden aan te laten sluiten aan de toekomst. Op vrijdag 14 december 2012 moet de uitslag bekend zijn. December is toch niet voor niets de maand van feestdagen en cadeautjes? Het laatste wachten…?
7 december 2012.
Het zoeken word niet beloond…
Een week eerder dan afgesproken werd er vanmiddag rond 12:30 uur gebeld over de uitslag betreffende het DNA onderzoek. De boodschap was kort maar heel krachtig. Er bleek geen enkele DNA-match te zijn met de mensen uit Polen waarmee we de laatste tijd zo`n vertrouwde band hadden gekregen! Dit betekend dat de familie, waar we al zo lang naar op zoek zijn, niet is gevonden.
De arts uit Nijmegen bevestigde het bericht persoonlijk en vertelde dat het een 100% zekerheid was dat er geen enkele overeenkomst was omtrent het DNA. En nu er totaal geen overeenkomsten zijn, lijkt dit een boek met een open einde.
Dit slaat werkelijk in als een bom. Wij zijn er allemaal ontzettend verdrietig over dat er na zoveel jaren zoeken, geen beloning is voor onze inzet en die van heel veel andere mensen.
We hebben het persoonlijk verteld aan enkele personen die, zonder anderen tekort te willen doen, een belangrijke schakel zijn geweest in onze zoektocht. Voor iedereen is dit een teleurstelling, niet in de laatste plaatst voor ons zelf.
Er zal een tijd nodig zijn om dit een plekje te geven. We weten ook nog niet hoe nu verder. Er is in al die jaren zo veel gezocht, dat er nu geen opties meer lijken te zijn. Wel willen we hierbij iedereen bedanken voor de warme belangstelling die is getoond in afgelopen tijden. Het is fijn om te weten dat er zoveel mensen meeleven. Wij wensen iedereen dan ook hele fijne feestdagen en een voorspoedig 2013…
Zes jaar later, 2018
De zoektocht naar mijn vader Alojzy Swinka, de persoon die volgens mijn biologische moeder mijn vader zou zijn, werd teniet gedaan na het DNA onderzoek met een zoon en een dochter van Swinka. Wel is er een vriendschapsband ontstaan met dochter Krystina en zoon Bernard en de gehele familie. Ook voor hun was het een bijzondere gewaarwording dat er persoon uit Holland op zoek was naar zijn vader, die ook hun vader was. In de verstreken 6 jaar veel contacten gelegd via de media en zijn er diverse bezoekjes geweest wederzijds.
28 januari 2019.
Plus Magazine
Voor het tijdschrift Plus Magazine had ik in januari 2019 een telefonisch interview. Aansluitend werd ik uitgenodigd voor maandag 28 januari 2019 in Soest voor een fotosessie. Bij de fotostudio werden we hartelijk ontvangen en maakten we kennis met Henk Kelderman. Ook een bevrijdingskind, maar met een Canadese vader. Tevens zou Trudy Habets, uiteraard ook een bevrijdingskind, aanwezig zijn. Zij bleek echter voor een later tijdstip te hebben afgesproken. Ook deze twee mensen is een interview afgenomen door de redactie van het magazine.
In mei 2019 zal het Plus Magazine worden uitgegeven en kan ik iedereen het interview met bijbehorende foto`s laten lezen en zien. Tot die tijd moet u het doen met deze mededeling en een enkele foto van deze leuke fotoshoot in Soest.