De Bevrijding

In dit artikel wordt de bevrijding omschreven vanaf het Drentse Coevorden richting Oost Groningen.

De teksten, foto`s en video`s komen van diverse media en zijn geplaatst met bronvermelding. Gepoogd is om een en ander in tijdlijn te plaatsen. Teksten zijn niet geverifieerd door de maker van deze site!

5-6 april 1945

Coevorden kon als eerste noordelijke plaats de geallieerden op de schouders nemen. Twee dagen duurde het voordat Coevorden werd bevrijd en dat ging niet zonder slag of stoot.

Op 5 april 1945 hadden de Coevordenaren nog hoop op een snelle bevrijding aangezien toen de geallieerde door Emlichheim rolden richting de oude vestingstad. De Bentheimerbrug, de verbinding tussen Coevorden-Oost, in de volksmond ‘over de brug’ genoemd, en het centrum, werd echter door de Duitsers opgeblazen. Het was de tweede keer in de oorlog dat dit gebeurde, de eerste keer was in mei 1940. De brokstukken vlogen de hele stad door en veroorzaakten behoorlijk wat schade.

Een aantal Duitse soldaten werd daardoor afgesneden van de hoofdmacht in de stad. Bij de marechausseekazerne zaten een paar fanatiekelingen in hun schuttersputje verborgen. Er reden enkele Canadese brencarriers voorbij. Eén van de Duitsers richtte zijn Panzerfaust en vuurde. Een carrier werd geraakt en twee Canadese soldaten, Brampton en Cliff werden dodelijk getroffen.

Verkenningseenheid

De Canadezen waren voor de verwoeste Bentheimerbrug gestopt met hun opmars. Eigenlijk was het slechts een verkenningseenheid, die bij een directe strijd met de Duitsers wel eens te zwak had kunnen zijn. Maar de Canadese bevelvoerend officier, majoor Calqhoun, wilde ook zijn mannen even wat rust geven.

Vanuit de toren van de Nederlands hervormde kerk werden de Canadezen bestookt door drie Duitsers. Een Canadese tank schoot ze met één granaat uit hun observatiepost. Wonder boven wonder bleef de toren zelf staan. Van de drie Duitse soldaten in de toren werden er twee direct gedood. De derde overleed in het Kriegslazarett in de Rijks-HBS.

In de vroege ochtend van 6 april legden de Canadese tankbrigade ‘The Lake Superior Regiment’ – arriverend vanuit Duitsland – in een snel tempo een Baileybrug en al snel ratelden de tanks door de straten van de binnenstad. Voertuigen werden geparkeerd aan de Spoorsingel en op de Markt waar volop feest werd gevierd.

Notaris Botje legt het op film vast. De tankbrigade rijdt daarna richting Noord-Duitsland.

Film over de bevrijding van Coevorden in 1945. gemaakt door Notaris Botje. Aan de orde komen o.a.: Geallieerde soldaten staan te kijken om de hoek van een huis. Mensen, soms gewapend, lopen over straat na de bevrijding in Coevorden. Mensen zijn bezig met het opruimen van puin van een opgeblazen brug. Een noodbrug is aangebracht over de resten van de opgeblazen brug. Canadezen/geallieerden delen sigaretten of chocola uit aan de inwoners. Twee Schotse geallieerde soldaten kijken uit een raam. Geallieerden rijden met diverse militaire voertuigen door Coevorden terwijl ze toegejuicht worden door de mensen langs de kant. Drie mannen zijn bezig met het kloppen van een kleed. Vervolg van de stoet van geallieerde voertuigen door de straten van Coevorden.

 

7 april 1945

Op 7 april bevrijden Belgen met kwetsbare jeeps – na een kort vuurgevecht – Dalen om vervolgens te vluchten voor de te zware tegenstand bij de Oosterhesselerbrug. Twee boerderijen branden bij het gevecht af. Een poging van de Duitsers om de brug op te blazen mislukt. Als de Belgen op 9 april rond half elf ondersteuning krijgen van Poolse brencarriers en enkele lichte tanks slaan de Duitsers snel op de vlucht (foto Poolse tank Oosterhesselen). Nog eens vijf allang verlaten boerderijen en huizen gaan in vlammen op. De beschadigde brug wordt versterkt met spoorrails, voordat de tanks erover kunnen richting Emmen. Op de brug staat: ‘Tijdens de gevechtshandelingen bij de bevrijding op 9 april 1945 door Poolse en Belgische eenheden zijn bijna alle huizen rond deze brug verbrand of ernstig beschadigd’. De strijd in en rond Coevorden kost in de laatste oorlogsmaand negentien Duitsers het leven. Zes blijven bij het overbrengen van de lichamen naar Ysselsteyn onbekend.

10 april 1945

Op dinsdag 10 april 1945 werd Emmen vanuit Coevorden door de Polen bevrijd. De divisie Polen, die op 7 april 1945 vanuit Breda waren vertrokken, moesten een versterking vormen voor de Canadezen die reeds tot Coevorden waren doorgedrongen.

Het regiment, dat als eerste op 10 mei Emmen bereikt, is het verkenningsregiment van de Eerste Poolse Pantserdivisie. Het is het tiende regiment Bereden Jagers, ’10 Putk Strzelcow Konnych’(10 PSK).

De Poolse divisie was samengesteld uit Polen die op allerlei manieren in Engeland waren terecht gekomen en bestond uit een pantserbrigade, een artilleriebrigade en een brigade gemotoriseerde infanterie met een ondersteuningseenheid en een commando eenheid.

Met 400 voertuigen, 450 kannonen en 400 tanks was het een geduchte eenheid. De Canadezen trokken richting Zuidwest Drenthe terwijl de Polen noordwaarts gingen.
Majoor Wasilewski wist al na een korte maar hevige strijd de Oosterhesselse brug nabij Wachtum te veroveren.

Het hoofdkwartier van de staf arriveerde op 10 april 1945 bij Dalen, en gaf majoor Wasilewski opdracht naar Emmen door te stoten. Wasilewski splitste het eskadron in tweeën. Om drie uur ’s middags trok één helft via Zweeloo en Noord Sleen, de andere helft via Holsloot en Erm.

De Duitsers hadden zich o.a. ingegraven nabij de trambrug over het Oranjekanaal. Ze lieten de Polen zeer dicht naderen en openden pas het vuur toen die op 100 meter afstand waren gekomen. Die waren daardoor wel verrast maar de Cromwell tanks bleven de Duitse stellingen bestoken die door hun vuren de plaats van hun stellingen prijs hadden gegeven.

Onderwijl reden de carriers op het kanaal af en probeerden de Poolse manschappen de overkant van het kanaal te bereiken. Toen dat gelukt was stopten de Poolse kannonen met bulderen en konden de Polen de Duitse linies betreden.

Het gevecht bij Noordbarge had ruim een uur geduurd, waarbij 17 boerderijen en schuren in brand waren geschoten of verwoest maar had tot gevolg dat om 5 uur de plaatselijke bevolking was bevrijd.

Behalve in Noordbarge werd er ook gevochten bij Zuidbarge en Westenesch waarbij ook de nodige huizen en schuren werden verwoest. Ook het station van de N.O.L.S. in Zuidbarge werd verwoest.

Om 7 uur vluchtten, volgens ooggetuigen, de laatste Duitsers richting Weerdinge en het was rond half acht als de Wilhelminastraat en de Hoofdstraat veel zingende en juichende mensen zijn. Diezelfde dag wordt ook Schoonoord nog bevrijd en een dag later volgen Weerdinge en Odoorn.

11 april 1945

Ter Apel werd op 11 april 1945 bevrijd. Hiervoor verantwoordelijk waren de manschappen van de Eerste Poolse Pantserdivisie onder leiding van generaal Stanislaw Maczek.

Deze Poolse divisie was in maart 1942 in Schotland opgericht en was voor een groot deel samengesteld uit Polen, die op allerlei manieren en langs vele omzwervingen in Engeland terecht waren gekomen. Op 29 oktober 1944 bevrijdt deze divisie de stad Breda en trekt vervolgens naar het noorden.

Op 9 april 1945 wordt Coevorden als eerste Drentse plaats verlost van de Duitse overheersing. Een dag later, op 10 april, arriveren de Polen in Emmen. Voor Ter Apel kan de bevrijding nu nooit lang meer duren. De aanwezige Duitse militairen in het dorp worden nerveus en dragen diverse burgers op om schuttersputjes te graven. Ook worden de bruggen weer voorzien van springstoffen.

De inwoners van Ter Apel die in de buurt van de bruggen wonen, versterken de ramen met planken en strobalen. De meeste strategisch gelegen bruggen worden op 10 april vernield. De brug tegenover het postkantoor (hoek Hoofdstraat/Viaductstraat) vliegt op 7 mei ’s middags al de lucht in en wordt volkomen vernield. Toenmalig postdirecteur de heer Spa, die op 10 mei reeds contact maakte met de Poolse troepen in Emmen, houdt van de laatste oorlogsdagen een soort van dagboek bij. “Door de ontploffing bleef geen dakpan meer op zijn plaats en werden alle ruiten, ofschoon we aan de buitenzijde planken hadden bevestigd, vernield”.

Het regiment, dat als eerste op 10 mei Emmen bereikt, was dus het verkenningsregiment van de Eerste Poolse Pantserdivisie. Het derde tankeskadron van dit regiment krijgt de opdracht om op de elfde april de hoofdweg van Emmen naar Ter Apel te verkennen en eventueel te zuiveren van de aanwezige Duitsers.

In Nieuw Weerdinge splitst een drietal tanks zich van de groep af en gaat door het veld in de richting van Roswinkel en de Duitse grens. De rest van het eskadron trekt verder. Bij het café ‘De Drie Gemeenten’ (nu disotheek ‘Bermuda’) wordt een korte pauze ingelast. De voorste tanks, waarover luitenant Jan Sowa de leiding heeft, bereikt rond het middaguur de opgeblazen brug tegenover het postkantoor. De Polen in hun Cromwelltanks kunnen dan niet verder.

Citaat uit het verslag van postdirecteur Spa: “De Poolse militairen aan de overzijde van de brug werden toegejuicht door vele inwoners. De tanks gingen vervolgens over de Kloosterveenweg richting Musselkanaal. Wij gingen terug naar kantoor, doch we waren nauwelijks binnen toen een groep Duitsers gewapend met mitrailleurs en pantservuisten het postkantoor kwamen bezetten. We vluchtten de kelder in. Even later begonnen de machinegeweren te ratelen en het zware geschut van de tanks dreunde door het gebouw. De spanning steeg, vooral omdat in de kelder veel te horen, maar niets te zien was. Tenslotte werden we uit onze schuilplaats verdreven en vluchtten door de tuin, over pannen, glas en hout en omvergeschoten vrucht- en sierbomen het veld in”.

Op dezelfde dag, 11 april dus, naderen aan de andere kant van Ter Apel eveneens Poolse tanks. Rond een uur of drie worden daar de eerste tanks waargenomen. Ze rijden over de Verlengde Oosterkade in de richting van Ter Apel. Ook daar komt het tot enige schermutselingen en de school van meester Potze (nu recreatiecentrum ‘De Bosrand’), waar veel Duitse militairen zich verschanst hebben, krijgt een voltreffer te verduren. Ook café Pötker wordt zwaar beschadigd.

In de avonduren is dan ook de kern van Ter Apel bevrijd. De vierde compagnie van het Bataljon Jagers van Podhalen ( Batalion Strzelcow Podhalanskich) trekt door Ter Apel en gaat via Ter Wisch in noordelijke richting. De eerste nacht van de bevrijding is het nog vrij onrustig in Ter Apel. Er wordt zo nu en dan nog geschoten en voertuigen rijden af en aan. Maar het dorp is bevrijd. Het Poolse hoofdkwartier wordt enige dagen later gevestigd in de woning Hoofdkade 21 (nu de woning van huisarts E.Smit). Op 19 april vertrekt de generale staf naar de Duitse plaats Melstrupp.

Ook reden de Polen de grens met de provincie Groningen over en arriveerden in Musselkanaal. Het werd een geruisloze binnenkomst. Duitse tegenstand werd er niet meer ondervonden, een schot werd er niet gelost. De plaatselijke leden van de ondergrondse kwamen direct in actie. Ze verordonneerden dat de NSB’ers thuis moesten blijven en begonnen met de verzameling in de bioscoop De IJzeren Klap van de ‘verkeerde’ dorpsgenoten

12 april 1945

Een deel van de Poolse troepen bevrijden, net over de grens op Duits grondgebied een gevangenenkamp in Oberlangen. Tot hun verrassing zijn de gevangen Poolse vrouwen gevangengenomen na de opstand van Warschau.  Het kamp ligt op ongeveer tien kilometer ten oosten van Ter Apel in Duitsland.

Kamp Oberlangen werd in het najaar van 1933 in het Emsland opgericht. De planning was om het kamp te gaan gebruiken als concentratiekamp, maar al snel werd het gebruikt om SA-mannen in op te leiden. Het kamp moest een bezetting van 1.000 personen aankunnen. Vanaf april 1934 werd het kamp echter gebruikt om politieke tegenstanders van het naziregime in op te sluiten. Als Emslandlager is het kamp bekend als Lager VI Oberlangen.

Het verhaal: “Op 12 april 1945 werd het kamp vanuit Emmen door vijfentwintig soldaten van de Poolse 1e Pantserdivisie bevrijd. Er bevonden zich toen nog 1728 vrouwen in het kamp. Deze waren in 1944 krijgsgevangenen geworden tijdens de Opstand van Warschau. Deze vrouwen behoorden tot de Armia Krajowa (vrij vertaald het ‘Thuis Leger’, nl. het Poolse verzet). Een aantal van die vrouwen namen dienst in het Poolse bezettingsleger.

Tot 1947 was er een zogezegd ‘Poolse enclave’, genaamd Maczkow, genoemd naar generaal Maczek, bevelhebber van de 1ste Poolse Pantserdivisie. Van het kamp zelf is vrijwel niets meer overgebleven. Op de plaats waar vroeger het kamp heeft gelegen, bevindt zich een Poolse herdenkingstafel, die er in 1995 ter nagedachtenis aan de slachtoffers is neergezet. De kampbegraafplaats is wel intact gebleven. Hier rusten 62 Russen in individuele graven en tussen de 2.000 en 4.000 Russische slachtoffers in diverse massagraven.”

Met dank aan deze bronnen:

Polen in Beeld

Drents Archief

Drenthe in de Oorlog

Coevorden Huis aan Huis

Historisch Emmen

Herdenking Musselkanaal

Verhalen van Groningen

Kamp Oberlangen